Roggen zijn kraakbeenvissen. er zijn 640 soorten roggen, deze zij onderverdeeld in 4 ordes en 14 families. 

Kenmerken van de rog

Het lichaam van de rog is afgeplat. De staart van de rog is ruit-tot schijfvormig. Net zoals de haaien hebben roggen een kraakbeenskelet. Hun karakteristieke platte vorm is aangepast aan het leven van de rog op de bodem van de zee. De 5 kieuwspleten liggen aan de buikzijde. Er zijn 2 rugvinnen op de staart. De rog heeft ronde, scherpe tanden. De staartvinnen zijn er bij sommige soorten roggen niet. Vrouwtjes roggen zijn groter mannetjes roggen. De meeste roggen zwemmen met hun borstvinnen. Maar er zijn roggen die zwemmen net als haaien met hun staart. De staart van de meeste roggen is te dun om vooruit te komen, daarom maken ze golfbewegingen die van voren naar achteren door hun borstvinnen te lopen. Het ziet er dan net uit alsof ze vliegen door het water. De bewegingen van de vleugels nog beter dan de grote roggen, De manta rog. Die reuzen kunnen zelfs helemaal opspringen uit het water. De rog zwemt niet zo snel. Ze kunnen zich goed camoufleren dat komt door hun patroon op de rug. De onderkant van de rog is meestal wit. De grootte van de rog kan verschillen per soort. De grootste rog (reuzenmanta) Kan wel 7 meter spanwijdte (rond) worden en 1800 kg.